Regels zijn regels

Na weer intensief oogcontact te hebben gehad met de kat van buren, stap ik op de fiets naar mijn werk. Het is stralend weer en ik ben in een goed humeur. Het voelt heerlijk om weer in mijn zomerjas naar buiten te kunnen!

Na een paar minuten zie ik in de verte een man oversteken bij het stoplicht. Niks bijzonders, dus ik besteed er dan ook niet veel aandacht aan. Als ik bijna bij de oversteekplek aangekomen ben, trekt de man echter wel mijn aandacht. Hij staat namelijk ineens plotsklaps stil. Midden op straat. Hij staat met zijn rug naar mij toe, dus ik kan zijn emotie niet goed zien, in tegenstelling tot de emotie van de autochauffeurs die hem stomverbaasd aankijken. Ze gebaren hem dan ook vriendelijk doch dringend om door te lopen, omdat hij nogal in de weg staat. Hij wijst demonstratief (en ik fantaseer daar een triomfantelijk gezicht bij) naar het stoplicht. Samen met de autochauffeurs kijk ik de kant op waar hij naartoe wijst en ik schiet in de lach. Tja, het licht is rood en dat betekent stoppen! Gevaar voor eigen leven of niet. Dat is nog eens een man van de principes! Het ziet er bijzonder grappig uit: een man die midden op een drukke hoofdweg staat, wachtend tot hij weer kan oversteken.

Het gebeurt allemaal binnen enkele seconden, dus het blijft voor ons allemaal een open einde. Even later, nog steeds wat verwonderd door deze actie, rijd ik bijna zelf door rood.

Ik vergeet nooit meer de kleine lettertjes

Het is 17:10 en ik ben net klaar met werken. Het plan is om vanavond om 18:00 te gaan sporten, maar ik moet ook nog naar huis fietsen. Tijdens het fietsen voel ik dat ik moe ben en dat ik eigenlijk geen zin heb. Toch weet ik dat het sporten me goed zal doen. Ik besluit dan ook een afspraak met mezelf te maken. Is het bij thuiskomst vroeger dan 17:30, dan ga ik naar de sportschool. Is het echter al na half 6, dan hoef ik niet meer. Op het moment van de waarheid kijk ik op mijn telefoon. Het tijdstip waar ik naar keek, vond ik een blogpost waard.

Pâques

Hoofdactiviteit Pasen in Nederland: paasontbijten met familie, paasbrunchen met familie en paasdineren met familie.

Hoofdactiviteit Pasen in Duinkerke: de zwarte strepen op mijn muren weggummen.

Het zwembad

[2014] Samen met mijn vriend pas ik een dagje op mijn lieve neefje. We zitten in de auto en we zijn bijna op onze bestemming: het zwembad. Van de ouders hebben we een grote tas met spullen meegekregen en we gaan er een gezellig dagje van maken. Ik klets met mijn neefje en ondertussen vraag ik mij af of mensen zullen denken dat wij de ouders zijn. Stiekem voelt dat voor vandaag natuurlijk wel een beetje zo, want wij hebben nu de verantwoordelijkheid over hem. Ik ben benieuwd of mensen zullen denken van: “zo, die lijkt helemaal niet op zijn moeder” of: “goh, die moeder is nog jong!’

Een kwartier later liggen we in het water en krijg ik direct een antwoord op mijn vraag: “TANTE LAURAAAAAAA, zullen we van de glijbaan?”

Onzeker

Twee weken lang is het al aan de gang. Elke dag. Of in ieder geval bijna elke dag. Ik wilde er eigenlijk geen blogpost over schrijven, omdat ik het maar niet wilde erkennen. Toch is het iets waar ik doorheen moet. Ik werk nou eenmaal in de stad en daar moet ik toch echt naartoe fietsen.

Sinds twee dagen word ik elke dag namelijk heel vervelend nagekeken. In het begin had ik er niet zo’n erg in, maar het begint nu steeds meer op te vallen. Soms kijk ik expres de andere kant op, maar ik voel de blik dan altijd in mijn rug branden. Het is een blik van: “wat doe jij hier?” Met grote ogen kijkt hij me dan aan: “wat moet je nou, met je fiets?” Hulpeloos kijk ik dan terug. Hij kijkt me altijd aan achter het raam, dus ik kan hem niets vertellen. Net ook weer was het alsof hij zei: “jij raar persoon, wil je alsjeblieft even gauw opdonderen?”

Lieve kat van de buren, ik begrijp dat jij als bewoner van Frankrijk nog niet zo vaak een fiets hebt gezien, maar ik zal je geen kwaad doen. Dat beloof ik! Probeer jij dan op jouw beurt iets minder arrogant te kijken? Merci!